Kopje onder

Dinsdag 25 augustus 2020

HET VERHAAL OVER NAÄMAN DIE KOPJE ONDERGAAT

De kinderen horen hoe Naäman genezen wil worden door Elisa. Naäman is een belangrijke generaal en moet leren dat dat voor God niks uitmaakt. Hij moet zijn trots opzij zetten om genezen te worden. De kinderen komen erachter hoe God door een slavin en Elisa heen werkt om Naäman te genezen.  

Programma

De kinderen kunnen tussen 09.30 en 09.45 gebracht worden op de locaties, ophalen is tussen 11.30 en 11.45.

[Op dinsdag 25 augustus komt hier het digitale programma te staan, dit bestaat uit een liedjes, sketches, uitleg van het bijbelverhaal, gebed en uitleg over de werkjes. Dit programma wordt samen met de kinderen bekeken en aansluitend zijn er buitenactiviteiten en/of werkjes te doen.]

Achtergrond bij het bijbelverhaal

2 Koningen 5 vers 1-15 (lees online)

Naäman is een belangrijke generaal in het leger van Syrië. Hij wordt gezien als een held. Naäman de held wordt melaats. Als je melaats bent, dan heb je een huidziekte en ben je besmettelijk voor andere mensen. In Israël mocht iemand die melaats was niet bij andere mensen wonen, omdat ze dan onrein waren. Naäman mocht wel gewoon thuis wonen. Hij woonde in Syrië. Je kan verwachten dat het nu niet meer zo leuk was bij Naäman thuis, nu hij zo ziek was.

Op één van de strooptochten die Naäman heeft gemaakt met het leger, hebben ze een jong meisje ontvoerd. Een jong meisje uit Israël. Zij is nu in dienst bij de vrouw van Naäman. Ze is in het huis van de vijand en ze is ver weg van haar eigen huis. Dat doet haar ongetwijfeld veel pijn en verdriet. Toch heeft ze wel te doen met Naäman en ze vertelt de vrouw van de Naäman over een profeet, Elisa. Die in Samaria woont. Ze vertelt hem dat hij Naäman wel genezen kan. Bijzonder, het meisje heeft veel met de God van Israël en ze vertelt anderen over Hem. Wat het meisje heeft verteld bespreekt Naäman met de koning en die geeft hem een brief mee voor de koning van Israël. Ook krijgt hij van de koning veel zilver (300 kg), goud (68 kg) en 10 stel mooie dure kleren mee. De koning tast dus heel diep in de buidel en hij geeft hiermee aan hoeveel de generaal Naäman voor hem betekent.

Naäman komt bij de koning van Israël, maar die raakt in paniek. Hoe kan hij nou weer een man genezen? Hij is toch geen almachtige God? Hij denkt dat de koning van Syrië Naäman heeft gestuurd om een oorlog te beginnen. Gelukkig denken ze aan Elisa. Via de koning komt Naäman bij Elisa. Elisa is een profeet van God. Naäman rijdt met zijn grote gevolg naar Elisa en stopt voor zijn huis. Elisa komt zelf niet naar buiten, maar stuurt een dienaar naar buiten om te zeggen dat Naäman zich zeven keer in de Jordaan moet wassen. Dan zou hij weer gezond zijn. Naäman is woedend! Hij is een bijzondere generaal en hij verwacht daarom een bijzondere behandeling. Hij snapt niet waarom Elisa binnen blijft hoe durft hij!

Boos rijdt hij weer naar huis. Hij denkt toch niet dat zo’n belangrijke generaal zich in zo’n vieze sloot gaat wassen. De rivieren in Syrië zijn veel mooier. Als Naäman richting Syrië reist praten zijn knechten op hem in. 'Waarom zou u niet gewoon proberen? Waarom probeert u niet gewoon of het werkt? Het is maar een kleine moeite', zeggen ze. Naäman blijkt niet eigenwijs en hij laat zich overtuigen. Hij gaat toch naar de Jordaan. Daar moet hij zich zeven keer onderdompelen en dat doet hij. Bij de zevende keer komt Naäman weer boven en kijkt hij naar zijn huid. Het is weer net zo gaaf als de huid van een jong kind. Naäman is weer helemaal rein. Hij gaat terug naar Elisa en wil hem uit dankbaarheid een groot geschenk geven. Elisa wil het niet aannemen. Hij staat in dienst van de Heer. Naäman belijdt dat er maar één God op de wereld is en dat is de God van Elisa en het volk van Israël. Dat is heel bijzonder dat iemand uit Syrië dat zegt. De macht van Israëls God is gebleken in de genezing van Naäman. De God van Israël gaat over leven en dood. Naäman was eerst trots, maar hij leert te buigen en hij keert zich naar God.

Wij zijn geen joden, maar horen bij de heidense volken. Ook van ons vraagt de Heer om Hem te erkennen, naar Hem alleen te luisteren en op Zijn woord alleen te vertrouwen.